Zo dicht bij mijn verjaardag, die jullie nog steeds elk jaar vieren, moet me toch iets van het hart. Het is een fijn feest dat jullie ervan gemaakt hebben, een feest met veel cadeautjes en muziek, ter ere van mij, en het eten is heerlijk. Het is fijn te weten dat nog veel van jullie zich mijn verjaardag herinneren.
Ik weet nog goed hoe mijn geboortedag gevierd werd door velen, dat is een mooie herinnering. Toen had mijn leven en dood veel betekenis. Toen wist iedereen nog de reden van mijn feest en dat stemde dankbaar voor de offers die ik uit mijn vaders naam voor jullie allen heb gedaan.
Hoeveel van jullie zijn mij inmiddels nagenoeg vergeten? Ben ik nog genodigd op jullie feest, of zelfs welkom. Herinneren jullie zelfs nog waar het feest eigenlijk over gaat? Momenteel lijkt het vooral een feest van cadeaus, families en vrienden bij elkaar en een fijne tijd samen, en dat is ook waardevol, maar zou zo’n feest niet op elk moment kunnen?
Ik herinner me vorig jaar, het was een groot feest met mooie gedekte tafels, heerlijke gerechten, fruit, noten en chocolade, gebak en drankjes. Ook de versieringen maakten de sfeer extra feestelijk. Maar weet je, er mistte iets. Weet je het nog?
Jullie waren vergeten om me uit te nodigen. Ik was de eregast, maar je was mij vergeten, je had me geen uitnodiging gestuurd. Ik was de originele eregast van dit feest, maar vorig jaar was de deur gesloten, terwijl terwijl ik er zo graag bij geweest zou zijn. Je had het ook te druk met inkopen en cadeaus en uitnodigen, je was het simpelweg vergeten.
Om je de waarheid te zeggen, verbaasde het me niet, want die deur was al jaren gesloten. Elk jaar kwam ik opdagen om voor een dichte deur te staan, onuitgenodigd en vergeten. Is mijn offer niet meer belangrijk? Is er geen plek meer voor mij?
Ik ben toen stilletjes toch maar naar binnen te gaan en heb vanuit de zijkant het feest toch bijgewoond. Het was fijn te zien hoe goed jullie het hebben. Iedereen was aan het drinken, jullie vertelde elkaar grappige verhalen en er werd gelachen. Een geweldig feest, dat was het. Jullie vierden elkaar.
Op een moment, ik weet het nog goed, kwam een dikke man in een rood pak op bezoek. Ik begreep toen opeens dat hij mijn plek had gekregen, dat hij was uitgenodigd in mijn plaats. Hij had een lange witte baard en hij riep steeds hard “Ho Ho Ho” en lachte, terwijl hij schijnbaar wat dronken van zichzelf rondkeek. Die rode neus en dikke buik misstond hem ook niet. Het was een gezellige man.
De dikke man ging op een stoel zitten en alle kinderen stormden op hem af alsof hij het feestvarken was, alsof hij hun favoriete oom was met lekkers en cadeautjes. Dat laatste had hij ook bij zich. Toen hoorde ik dat hij vader Kerstmis werd genoemd en begon mij te dagen dat hij misschien zelfs de plek van mijn vader had gekregen.
Hij deelde cadeautjes uit en de kinderen duikelden over elkaar van gretigheid om die te ontvangen. Geef me meer, meer, meer zeiden ze tegen de Ho, Ho, Ho. Van gematigdheid was geen sprake meer, dat had had plaats gemaakt voor gretige overvloed. Is jullie geheugen zo slecht?
Om middernacht omhelsde iedereen elkaar en ook ik stak mijn armen wijd uit en wachtte, maar niemand kwam. Niemand had eraan gedacht mij te omhelzen of koesteren, niemand had me zelfs opgemerkt. Er was niemand op het feest voor wie ik nog echt bestond. Ik was vergeten.
Ik keek of er ook voor mij een pakje was, maar nee! geen pakje. Hoe zou jij je voelen als je jarig was en iedereen kreeg een cadeautje behalve jij, de jarige? Ik begreep dat ik niet meer welkom was en ben maar stilletjes weggegaan. Het feest was gezellig, maar niet meer voor mij. Is er voor mij opnieuw geen plek in deze herberg?
Misschien moet ik dus zelf maar mijn feest organiseren. Ik zou het zo fijn vinden als je de komende kerst weer met mij zou vieren, het kerstkind. Wat zou het fijn zijn als je mij weer zou herinneren, zou herinneren waar ik voor stond en sta, je het offer zou herinneren en waar het voor stond.
Wat zou ik het fijn vinden als je naar mijn feest zou komen en nog even stilstaat bij wie ik ben en het voorbeeld dat ik gaf. Wat zou ik het fijn vinden als je mijn vader weer zou herinneren en de uitnodiging die hij je in liefde deed.
Ik ben zelf het feest aan het voorbereiden, een feest zoals geen mens kan bedenken. Ik zal ook jou uitnodigen. Ik zal je naam schrijven met gouden letters in een groot gastenboek. Voel je welkom in mijn geboortefeest.
Ik hou van je.
Jezus
Laat van je horen!
Jouw ervaring is belangrijk voor ons. Schrijf je reactie hieronder en deel je vragen en gedachten over dit onderwerp.
Geef een reactie