In het grote bos waar je zou kunnen verdwalen wonen veel kabouters die hard werken om alle bomen en struiken te laten groeien. Ook leven er heel veel Elven die de bloemen verzorgen. De moeder van het grote bos heet Deva, zij let op iedereen die in het bos is.
De herten, konijnen en vossen, alle dieren doen mee. Ze letten op elkaar en helpen elkaar als er gevaar is. Zij maken dan geluiden zodat ieder dier weet dat ze op moeten passen en snel hun holletje in moeten gaan.
Het geheim van het bos
Heel diep in het grote bos woont een kabouter. Hij heet kabouter Barabas en is een hele wijze kabouter. Meestal slaapt hij overdag in de zon en ‘s nachts is hij aan het werk, want dan is het lekker rustig.
Kabouter Barabas maakt toverspreuken en die schrijft hij op in een heel dik boek. Al deze spreuken komen van heel ver en zijn heel oud. Je kunt deze spreuken gebruiken als je ziek bent of bang, en dan zeg je de spreuk en weg is het.
Dus als je in het bos loopt en je bent verdwaald dan roep je kabouter Barabas en hij helpt je met een spreuk om weer het goede pad te vinden.
Verdwaald
Er was eens een klein meisje verdwaald. Barabas hoorde vlak bij zijn huisje haar huilen, ze wist niet meer waar ze was. Voorzichtig keek Barabas vanachter een struik wat er aan de hand was, en hij zag dikke tranen rollen over haar roze wangetjes. Hij riep het meisje met zachte stem om haar niet te laten schrikken en wenkte haar om mee tegaan naar een grote holle boom. Hij zei haar dat ze gerust voor de deur mocht zitten, dan ging hij wel een kopje kruidenthee voor haar halen.
Het meisje, Rianne heet zij, zat op een oude boomstam en wachtte op Barabas, ze had heel erg dorst. Daar kwam Barabas aan met een beker heerlijke thee. De thee was niet heet, dus kon ze het snel drinken. De vogels floten er op los en je hoorde overal de dieren met elkaar praten in hun eigen taal.
“Nou,” zei Barabas”, “vertel me eens, hoe je zo kon verdwalen meisje?”
“Tja” zei Rianne verdrietig, “ik zag een heel mooi hertje huppelen samen met haar moeder en ben er toen achteraan gerent. Toen de hertjes weg waren wist ik niet meer waar ik was”.
“Zo, zo,zo” zei Barabas, “dus je bent van het pad afgegaan?”
“Ja”, zei Rianne, “anders kon ik ze niet meer zien”.
Het meisje was dus blijven lopen en ging dus de verkeerde kant op, diep het bos in.
Plotseling stonden er twee konijntjes bij de boom, zij waren nieuwsgierig geworden want ze hoorden stemmen. In het diepe bos hoor je zelden stemmen van mensen. Zij gingen liggen in de zon en voelden geen gevaar, want Barabas kenden zij heel goed, hij was als een vader voor ze die hen altijd hielp.
Barabas ging tegen zijn boom aan zitten en deed z’n ogen dicht. Hij bleef stil en luisterde naar het geruis van de bomen die door de wind tegen elkaar fluisterden. Ja bomen praten met elkaar doordat de wind de blaadjes beweegt.
Roepen zonder praten
Je moet weten, Barabas kan moeder Deva roepen zonder te praten en vraagt dan haar raad om het meisje te helpen weer terug te lopen naar haar ouders die haar zoeken in het bos. Moeder Deva kan precies zien waar iedereen in het bos is, dus dat is mooi. Moeder Deva geeft een mooie spreuk aan de kabouter en vraagt of hij die wil opzeggen zodat Rianne de weg terug weet.
Hij dankt haar met zijn Hart en geeft de groeten aan alle Natuurwezens. Dan legt hij uit aan Rianne waar de spreuk voor is. Hij legt zijn hand op het hoofd van Rianne terwijl hij de spreuk zegt. Een zee van Lichtjes gaan om Rianne dansen en het schittert in de zon, zo mooi. Ze is helemaal niet meer verdrietig en ook niet bang, en ze krijgt van Barabas nog een heerlijke koek van kabouterbrood en stapt op.
Vergezeld met wat dieren loopt ze terug naar het goede pad. Barabas had gezegd dat de Elven haar in de gaten houden en haar tot het eind zullen brengen. Zij moest goed luisteren vanbinnen om ze te horen.
Weer thuis!
Na een half uur lopen vond ze haar ouders weer terug en riep hard “Papa, mama, ik ben hier!”. Haar moeder rende op haar af en kuste haar stevig, zo blij was ze dat ze Rianne weer terug had gevonden. Rianne vertelde aan haar ouders over de Kabouter en de dieren, over de Moeder Deva en de Elven, maar ze konden haar niet goed begrijpen, omdat ze zelf nog nooit zoiets hadden gezien.
Iedere nacht als Rianne gaat slapen, zegt ze een soort gebedje en dat is door haar zelf verzonnen. Het gaat over de kracht van de spreuken en over het samen zijn van de dieren. Zij groet dan iedereen die in het bos woont en geeft apart nog een groet uit haar hart aan de wijze en Lieve Kabouter Barabas.
Over de schrijfster van dit verhaal
Dit verhaal is geschreven door Hedwig Schaafsma, en ik heb het op haar verzoek gepubliceerd op het internet. Dit verhaal is precies passend bij wie ze was. Ze kwam een aantal jaren geleden bij mij voor een consult en onlangs nodigde ze me via haar dochter uit bij haar thuis. Ze had niet meer lang te leven en wilde haar kinderen geruststellen via mij dat hun mama naar een mooie plek zou gaan. Terug naar huis. Lees hier het bijzondere ontroerende verhaal van mijn bezoek aan dit gezin. Hedwig is overgegaan op dinsdag 13 augustus 2019. Rust zacht.
Hieronder, bij “Lees ook” vindt je meerdere avonturen van Rianne, door mij geschreven.
Geef een reactie