Dieren waren altijd welkom toen ik opgroeide. We hadden twee prachtige rode katers in ons gezin en ook zwerfkatten kregen altijd wat te eten wanneer ze voorbij kwamen. Ik ben dus niet anders gewend dan dat ik zorg voor de dieren op mijn pad en mijn drie dochters zijn net zo.
Naast onze eigen dieren Yara (hond) en Amora (kat), is het hier ook gezellig druk in de tuin. We genieten regelmatig van een vrolijke eekhoorntje, een druk baasje die heerlijk geniet van de walnotenboom in onze tuin. We hebben soms egeltjes, waar ik graag wat voer voor neerleg, en natuurlijk hebben we de nodige buurtkatten.
Het is hier een echte leuke beestenboel en het kippenhok wordt misschien ook nog wel bevolkt (als het aan Hans ligt).
Soms is het ook pijnlijk
Dieren zijn een verantwoordelijkheid en dan zijn er soms ook moeilijke keuzen en pijnlijke gebeurtenissen. Mijn ouders hadden al een herdershond toen ik werd geboren (eerste kind). De hond kon zich niet aanpassen en bleef zich jaloers gedragen.
Op een gegeven moment moesten ze toen de moeilijke keuze maken om een ander baasje voor hem te vinden. Het was niet meer veilig om hem te houden.
De achterbuurman wilde hem wel overnemen, dus er leek even een goede oplossing te zijn, maar kort daarna werd de hond door een auto aangereden. Zijn overlijden was een groot verdriet voor mijn ouders.
Lotte heeft honger
Dit verhaal gaat echter over een blij moment. Vandaag (22 sep. 2020) wil ik je graag vertellen over Bob. Bob is onze nieuwe liefde en zijn komst was een complete verrassing. Het verhaal van Bob begint aan het einde van de maand augustus 2020.
Het is nog vroeg in de ochtend als ik mijn hond Yara uitlaat. Dat doe ik al 15 jaar, maar ver lopen we niet meer. Yara is inmiddels een oude dame en haar lijf is wat stram geworden van de artrose. We lopen dus gewoon een stukje de straat in en meestal gaan we dan alweer terug.
Dit keer zie ik, als we halverwege de straat zijn, een zwart poesje lopen. Het zal Lotte wel zijn, dacht ik, het katje van de overburen. Haar baasjes zijn op dat moment 3 weken op vakantie en voor zover ik had gezien was ze een beetje aan haar lot (hoe toepasselijk) overgelaten.
Met een lief zacht miauwtje loopt Lotte naar ons toe en loopt nog een stukje met ons mee. Ik vind haar lief en misschien heeft ze honger. Dus nadat Yara en ik weer binnen zijn, vul ik gelijk een schaaltje met kattenbrokjes en ren snel weer naar buiten.
Lotte is er nog en duikt heel gretig op het eten. Inwendig mopper ik op de man die voor Lotte had moeten zorgen. Hij heeft duidelijk zijn best niet gedaan. Je laat zo’n poes toch niet compleet aan zijn lot over? Ze lijkt wel uitgehongerd, zo gretig duikt ze op het voedsel. Gelukkig heeft ze mij nog.
Uitgehongerd
Een paar dagen later zie ik Lotte opnieuw. Ze zit onder een auto en als ik haar roep, rent ze meteen naar me toe en loopt mee naar ons huis. Opnieuw geef ik haar te eten en opnieuw maakt ze daar dankbaar gebruik van alsof ze dagen niet heeft gegeten.
Terwijl ik toekijk hoe ze eet, valt me opeens op dat Lotte wel veel wit in haar vacht heeft. En hoe komt het dat ze nu zo aanhankelijk doet, terwijl ze normaal gesproken wat schuw is. Ik begin me opeens af te vragen of dit Lotte wel is, maar duw die gedachtes ook al snel weer weg. Ik ben veel te blij dat ik voor dit lieve katje mag zorgen.
Ik hou mezelf voor, dat als de overburen weer terug zijn, zij het ongetwijfeld weer van me zullen overnemen. Ja, ik hecht snel aan katjes. Ergens vind ik het al jammer dat ze weer zal gaan.
Wil de echte Lotte opstaan?
De volgende dag zie ik Lotte in haar eigen tuin zitten, aan de overkant van de straat. Ik breng haar gelijk weer een schaaltje met wat eten, maar dit keer komt ze niet bij me. Ik zet het voer neer en loop terug naar ons eigen huis.
Als ik nog even omdraai zie ik Lotte naar de brokjes lopen. Ze ruikt, haalt vervolgens haar neus op en loopt weg. Ik kijk nog eens goed, want dit is ander gedrag dan de dagen ervoor. Lotte is bijna helemaal zwart en nu ik beter oplet zie ik opeens allerlei verschillen met de kat die ik de afgelopen dagen heb gevoerd. Dat was dus helemaal niet Lotte.
Er zijn niet zo heel veel mogelijkheden als je zoals wij in een buitengebied woont. Zoveel huizen staan hier niet. Als het Lotte niet is, wie dan wel? Ik heb haar hier nog niet eerder zien rondlopen. Ik moet dat toch eens uitzoeken.
Geadopteerd?
‘s Middags zit het zwart met witte katje weer in onze tuin. Ik zie nu duidelijk dat het Lotte niet is en blij breng ik het weer wat te eten en vers water, wat dankbaar wordt gegeten en gedronken. Ook de tweede vulling gaat op.
Ik bekijk hem nu goed, denk een teek te zien op zijn lijf en druk een pipetje tegen vlooien en teken uit in zijn nekje. Maar wie hij is, weet ik nog steeds niet, alleen dat hij ontzettend lief en rustig is.
Even later, terwijl Hans en ik samen buiten koffie drinken, en genieten van de warme nazomerse dag, ligt ook onze nieuwe gast languit te genieten. Het is al, alsof hij helemaal bij het gezin hoort.
Yara en de kat reageren amper op elkaar. Hij is duidelijk gewend aan honden. En ja, ik zeg hij, want de achterkant van zijn lichaam vertelt me dat hij geen jeweetwel kater is. Hans en ik overleggen even en daarbij komen wat namen voorbij, maar al gauw besluiten we dat hij Bob gaat heten. Bobby hoort er nu helemaal bij.
Of eigenlijk… Is het niet evenzeer Bob die ons heeft geadopteerd, door ons zo op te zoeken en blijven hangen? Katten zijn slim op zo’n manier. We zijn in zijn val gelopen. Gewillige gevangenen, dat wel, want hij is heel gezellig en zzzooooo lief.
Maar hij is een buitenkat, die zomaar kwam aanwaaien, dus op dit moment is hij slechts nog onze terrasgast. Ik neem me voor om zijn baasje te vinden, want zo’n lieve kat zal vast worden gemist.
Koude overnachtingen
De nachten worden al wat kouder. Ik zet een kartonnen doos bij de tuindeuren, met een lekker warm kleedje, zodat hij wat beschut kan zijn als hij weer hier slaapt. Bob klaagt er niet over en gebruikt hem meteen.
Een dag later maak ik zijn hotel nog wat luxer en zet een katten reismand buiten neer met het deurtje eruit. Ook daar maakt Bob twee nachten gebruik van.
De huisverkenning
Inmiddels is het zaterdagavond 19 september. Het wordt al donker en het is helemaal niet meer zo warm buiten. Als ik naar de tuindeur loop om deze te sluiten, zie ik Bobby aan de buitenkant tegen het glas aan liggen. We kijken elkaar even aan en Bobby besluit om naar binnen te gaan.
Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen om hem buiten te laten. De nachten worden al kouder en de natte herfst is onderweg. Behoedzaam loopt Bob in het rond en verkent de benedenverdieping.
Amora (onze poes) vindt het helemaal niet leuk dat Bob nu binnen rondloopt. Ze is sowieso wat bangig en houdt hem nauwlettend in de gaten. Af en toe hoor ik een diepe zware brom uit haar komen, iets wat ik nog helemaal niet van haar ken. Nee, Bob is daar nog niet welkom. Hij is de indringer.
Bob zelf wordt er niet warm of koud van en kijkt haar rustig aan terwijl hij bij de deur zit. Totaal geen opwinding daar.
Waar is Bob heen?
Het duurt niet lang of ik ben Bobby weer ‘kwijt’. Ik loop door het huis en als ik terug naar de tuinkamer loop zie ik hem weer. Daar in het donker heeft meneer zich heerlijk genesteld in een luie stoel. Hij ligt diep verzonken in een tevreden slaap. Meneer voelt zich duidelijk al thuis.
De volgende ochtend rond 6 uur word ik wakker. Ik hoor een lief zacht miauwtje en ga uit bed. Als ik de tuindeur open doe, gaat Bobby’s snuitje even naar buiten, maar daarna draait hij zich weer om en geeft me al spinnend kopjes. Ik geef hem zijn ontbijt, een handvol brokjes, en kruip weer terug in bed.
Even later hoor ik de kattenbak. Ik weer uit bed en, ja hoor, het is Bobby. Hij weet dus wat een kattenbak is. Hij moet dus ergens een baasje hebben.
Bob voelt zich hier duidelijk al thuis en ik heb hem er graag bij. Amora houdt hem nog goed in de gaten, maar op zich gaat het prima.
Waar is Bobby’s baasje?
Op vele manieren heb ik mijn best gedaan om erachter te komen waar Bob vandaan komt. Ik ben huis aan huis gegaan in de nabije omgeving, heb op facebook oproepen gepost, de dierenarts geraadpleegd, enzovoort.
Het leverde wat leuke gesprekken op met mede-dorpsbewoners en de mensen zijn allemaal erg behulpzaam. Alleen weet niemand van wie de kat is. Een bezoek aan de dierenarts leert ons dat hij niet is gechipt, dus de eigenaar blijft vooralsnog onbekend.
Welkom Bobby
Inmiddels zijn er weer wat dagen verstreken. Bob heeft ons huis ingewijd met zijn urine en hebben we zijn diarree mogen opruimen (verandering van voedsel) en hem vervolgens ontwormt. We zijn nog een keer bij de dierenarts geweest en hebben een check-up laten uitvoeren.
Volgens de dierenarts is het nog een heel jong katje, waarschijnlijk geboren eind 2019. Hij is nog zijn melkgebit aan het verliezen.
We hebben besloten hem definitief te adopteren. Bob is vanaf nu lid van ons gezin. Helaas voor hem betekent dat ook binnenkort één “slecht” moment bij de dierenarts (castratie en hij wordt gechipt), want als een echte man laat hij anders teveel zijn sporen achter in het huis.
Straks iets minder man, maar geliefd en warm, met een chip waardoor hij ons kan terugvinden, hoort hij nu bij ons.
Bob is echt een lieverd en we houden nu al van hem. Hij zal hier vast een goed leven krijgen en een ding is zeker: Bob heeft evenzeer voor ons gekozen als wij voor hem.
Laat van je horen!
Jouw ervaring is belangrijk voor ons. Schrijf je reactie hieronder en deel je vragen en gedachten over dit onderwerp.
Geef een reactie